
Dag 6 – Van Duinen naar Delicatesse
Goedemorgen Drunen! Of beter gezegd: goedemorgen halflege koffiemok, slaperige ogen en een hoofd vol mist. Rond een uurtje of acht schoof ik aan bij het ontbijt in het hotel – nog half in dromenland, maar met een vastberaden blik die zei: "Vandaag ga ik de wereld weer trotseren." Of op z’n minst 11,7 kilometer zand.
Mijn regenjas besloot ik voor de zekerheid aan te houden. Niet dat ik dacht dat het nog zou gaan regenen, maar simpelweg omdat het inmiddels aan mijn huid vastgegroeid leek. Om 9:15 verliet ik de warme luxe van het hotel – twee nachten lang een echt matras, een warme douche wanneer ik maar wilde, geen kruipende insecten bij het slapen gaan. Wat een tijd was dat. Maar goed, het avontuur riep. En dat klonk als: "Hé, hier is wat zand in je sokken."
De Loonse en Drunense Duinen waren prachtig, onherbergzaam en lichtelijk wreed voor vermoeide voeten. Duin op, duin af. Mijn wandeltempo had iets weg van een kreupele krab, maar ik genoot. Echt. Tussen het hijgen door.
In Oisterwijk wachtte Paul op me. Even voorstellen: Paul is niet zomaar iemand – dit is de man met wie ik ooit zwoegend en puffend richting Everest Base Camp ben gelopen. We deelden blaren, dal bhat en de geur van drie dagen niet douchen. Een vriendschap gesmeed in ijle lucht. En nu stond hij daar, met open armen. Zijn vrouw Patries en hun zoon verwelkomden me alsof ik van een wereldreis terugkwam. En ja, zo voelde het ook een beetje.
We lunchten als koningen. Ik bestelde een broodje carpaccio, maar toen het bord werd neergezet dacht ik heel even: waar is het brood? Het bleek verstopt te liggen onder een glorieuze lap vlees – een vleesdeken, zo royaal dat zelfs een carnivoor ervan onder de indruk zou zijn.
De middag bracht iets wat ik al lang niet meer had meegemaakt: een warm bad. Bubbelend nog wel. Ik voelde me even Beyoncé op retraite. Daarna in de relaxmodus naar de kroeg waar we spareribs aten die zo mals waren dat ze van de botten gleden alsof ze geen zin meer hadden om vlees te zijn.
En toen, als toetje op een toch al volle dag, kwamen Joris en Erik – ook lid van de Himalaya-club – gezellig langs. Onder het genot van een willekeurige voetbalwedstrijd (Willem II vs Telstar, het was alsof mijn leven een aflevering van Andere Tijden Sport werd), haalden we herinneringen op. Gelachen, gebabbeld, en vooral genoten. Ik sliep in de logeerkamer van Paul, in een bed dat voelde als een wolk. Compleet met verse lakens, een zacht kussen, en de luxe van niet wakker worden omdat je matje lekt.
Dag 7 – De Kippenpootmars
De volgende ochtend schoof ik rond negenen aan bij het ontbijt, met een kop koffie die me langzaam weer tot leven bracht. Daarna een warm afscheid van Paul en zijn gezin – inclusief knuffels, zwaaien en de belofte dat we snel weer zouden bijpraten (op een plek met minder zand en zweet).
Ik hobbelde richting Moergestel. Het was niet ver, maar mijn benen deden alsof ik al drie marathons had gelopen. Op het dorpsplein plofte ik neer op een terras waar de uitsmijter die ik bestelde z’n naam meer dan eer aan deed. Het bord was zo vol dat ik halverwege twijfelde of ik niet per ongeluk een lunch voor twee had besteld.
Na deze eierige energieboost liep ik door naar de plaats waar dromen werkelijkheid worden: de Jumbo. Ik was er al een paar dagen niet geweest en voelde bijna een soort emotionele band met de frisdrankgang. Water, snacks, nootjes – mijn heilige drie-eenheid.
Op het plein stond een kippenkraam waar gegrilde poten lagen te dampen. Ik hoefde niet lang na te denken. Een portie kippenpoten ging mee, niet in mijn jaszak (dat zou zelfs voor mij een brug te ver zijn), maar keurig in een zakje – het diner voor vanavond.
Haghorst was de eindbestemming. Een kleine 18 kilometer verderop, oftewel: zes keer hardop tegen mezelf zeggen “kom op, nog even” en dan nog steeds niet halverwege zijn. Eenmaal aangekomen was het bekende ritueel weer aan de beurt: tent opzetten, zachtjes schelden op mijn voeten, en dan... een verrassing.
Kai – een oude schoolvriend – stond ineens voor mijn neus met een biertje in z’n hand en een brede grijns. We hadden elkaar al jaren niet gezien, maar alsof de tijd had stilgestaan, stonden we ineens weer te ouwehoeren alsof het gisteren nog pauze was op het schoolplein. Normaal ben ik niet zo goed in spontane sociale interactie (lees: ik vlucht vaak weg), maar voor Kai maakte ik met liefde een uitzondering.
We lachten, dronken, keken naar de ondergaande zon en spraken over vroeger, nu en alles daar tussenin. Tegen de tijd dat hij vertrok, voelde het alsof ik niet alleen m’n lichaam, maar ook m’n hoofd even had opgeladen. Bestemming voor morgen? Bladel!
Dag 8 – Krentenbollen, kilometers en kapotte voeten
Wekker om 6:00. Of nou ja, mijn biologische klok in combinatie met een koude tentvloer. Ik voelde me alsof ik drie nachten op een betonnen tegel had geslapen en... oké, dat was ook gewoon zo.
Brak van twee biertjes. Twee. Het is officieel: ik ben in wandelstand. Krentenbollen en appels naar binnen gepropt, schoenen aan, rugzak op, en om 7:00 begon ik aan de tocht. Twintig kilometer op het programma. En geen winkels onderweg. Alsof ik vrijwillig een survivaltocht door een dieetgebied had gepland.
De route was prachtig, dat moet gezegd. Maar mijn voeten hadden het er moeilijk mee. Halverwege kwam ik – wonder boven wonder – een bordje tegen voor een pedicurepraktijk. Ik twijfelde geen seconde. Aangebeld. De deur ging open en daar stond een lieve Oekraïense vrouw. Ik legde mijn verhaal uit, compleet met dramatische blaren-emoji-gezicht, en ze smolt. Ze was eigenlijk gesloten, maar kon me om 19:00 uur in Netersel nog helpen. Wat een redding!
Na nog wat zwoegen en zweten kwam ik rond 14:00 uur aan in Bladel. De supermarkt werd geplunderd alsof ik een week had gevast. Daarna camping zoeken, tent opzetten, en runderlapjes bakken in een pannetje alsof ik deelnam aan ‘Heel Holland Kookt in de Regen’.
Tijd om naar de pedicure te gaan. Uber geprobeerd. Lachwekkend. Niemand kwam. Het systeem leek me collectief vergeten te zijn. Dus maar een taxi gebeld – die in eerste instantie een astronomisch bedrag vroeg. Ik onderhandelde als een ware Marktplaats-veteraan en wist er €45 vanaf te praten. Kleine overwinning.
Bij de pedicure werd ik als een VIP ontvangen. Ze gaf me thee, luisterde naar mijn verhalen, en werkte ondertussen liefdevol mijn voeten bij alsof ze een kostbaar restauratieproject onder handen had. Pleisters, tips, watten, zalfjes – ik kwam eruit als herboren. Ze gaf me een high five en een glimlach die je een halve dag extra kracht geeft.
Terug naar de camping met dezelfde (nog steeds veel te dure) taxi, en net op tijd in de tent voordat de lucht openbrak en het begon te onweren. Buiten sloeg de donder, maar ik lag droog, gevoed, gepedicuurd en tevreden in mijn slaapzak.
Soms zit geluk in een broodje carpaccio, een onverwachte ontmoeting, of een paar stevige pleisters.
Wordt vervolgd…
Reactie plaatsen
Reacties
Goed bezig vrolijke vriend. Dat schrijven gaat je goed af, mijn complimenten. Natuurlijk ook voor het lopen. Alle succes toegewenst en maak er een geweldige tocht van.
Wat een mooie verhalen Brian, ben verrast door je manier van schrijven die enorm boeit. Het nodigt uit om te lezen en laat mij uitkijken naar meer.
Het is inspirerend om te lezen hoe je zowel de mooie momenten als de tegenslagen op je voetreis naar BelgiΓ« deelt. Het laat zien hoe sterk en veerkrachtig je bent. Blijf vooral schrijven en genieten van deze bijzondere reis. Ik kijk ernaar uit om meer van je avonturen te lezen!
-
Met een mooi plaatje van de Drunense Duinen, worden we meegezogen in weer een fantastisch avontuurlijk verhaal.πππ
Geweldig om te lezen Brianπ
Tot de volgende, heel veel succes op deze tocht vol mooie avonturen en zelfreflectie. Op naar je eindbestemming π£π
Heel leuk om te lezen Brian. Succes met je tocht. We lezen met je mee en je gaat je doel vast en zeker halen.
Prachtig Brian, mooie ontdekkingstocht naar jezelf, heel mooi. En waardevolle ontmoetingen. Het nodigt uit om te gaan zoeken naar mijn rugzak π
Ervaar en geniet verder. Gr Herman