
Dag 21 – Van Namen naar Godinne: zweten, zwerven en een vleugje vuurvlieg
De dag begon nog rustig – ontbijtje in Namen bij het hostel, samen met Tibor, een Nederlandse jongen die met z’n scooter naar Zuid-Frankrijk reist (ja, echt). We deelden verhalen over onze routes en avonturen tot het tijd was om op pad te gaan.
Het beloofde warm te worden… en dat was het ook. Meteen bij vertrek hing er zo’n zomerse, broeierige stilte in de lucht. Gelukkig liep het eerste stuk langs de Maas – prachtig! Maar eerlijk is eerlijk: het was puffen. Tussenstops waren dus wat talrijker dan normaal.
Bij een Aldi onderweg scoorde ik wat fruit en een yoghurt-drink (verkoeling!) en deed ik meteen de boodschappen die ik in het hostel was vergeten. Dat luchtte letterlijk op – zowel m’n rugzak als m’n humeur.
Lunchen deed ik simpel: wat carpaccio, een broodje – want honger had ik niet echt in die hitte. Daarna nog even bij een tankstation gestopt voor een ijsje (pure noodzaak, uiteraard).
Later op de route kwam ik een paar gezellige Vlamingen tegen. We liepen samen een stukje op en dronken later nog iets op een terras – altijd fijn, zo’n onverwachte klik onderweg.
Toen ik verder liep, stak ik de rivier over en dook een bos in. Het werd ineens flink steiler, dus tijd om m’n wandelstokken erbij te pakken. Alleen… die werkten niet helemaal mee. Ik dacht slim te zijn door het touwtje op maat te knippen – spoiler: dat was het dus níét. Na wat gestuntel gebruikte ik ze uiteindelijk maar een paar honderd meter. Bij aankomst op de camping deed ik nog een wanhopige poging tot reparatie, maar die eindigde vrij resoluut in een enkeltje kliko. RIP stokken.
Eenmaal op de camping: eerst de blaren verzorgen. Niet glamorous, wel nodig. Daarna nog een ijsje gehaald op het terrein – en wat een traktatie was dat zeg. Zo’n simpel bolletje kan zó goed smaken na een dag in de hitte.
Toen werd ik ineens herkend: een Nederlands stel dat ik eerder zag op een andere camping – wat een toeval! Ze waren met fiets en motor op tour door België. We kletsten wat over onze avonturen, ik waste wat sokken en onderbroeken, deed de afwas en sprong zelf nog even onder de douche.
’s Avonds dronken we samen een kriekje. Ik had ook nog een veel te sterk blikje ergens vandaan getoverd, maar dat heb ik halverwege weggegooid – geen succes. Slapen deed ik zonder buitentent – het was warm, helder en droog. Vleermuizen vlogen rakelings over m’n hoofd, vuurvliegjes flonkerden in het gras, vogels floten een avondconcert… en ik belde nog even met een vriend in Nederland om avonturen uit te wisselen.
Daarna viel ik in slaap. Voldaan. Stil. Buiten.
Dag 22 – Blaren, bliksem en beslissingen (en een engel met raketjes-ijs)
Vroeg op vandaag. Broodjes smeren, tas opnieuw inpakken (want hoe past het de ene dag wél en de andere dag totaal niet?), afval weg, mini-afwasje doen, tent afbreken – je kent het riedeltje. Tegen half 8 liep ik alweer op m’n blote blaren de wereld in.
Die blaren trouwens… die bleven zeuren alsof ze ook graag een eigen blog wilden. En alsof dat nog niet genoeg was, liep ik ook nog eens verkeerd. Flink omhoog, daarna net zo hard weer naar beneden – en dat allemaal zónder wandelstokken. Die hadden we al begraven op dag 21.
Gelukkig had ik een slimme afsnijroute over het spoor gevonden (ja, echt over het spoor – sorry mam). Dat scheelde me zeker twee kilometer. Even later een weg oversteken en hoppa, ik zat weer op het juiste pad. Kort pauzemomentje op een bankje om af te koelen en daarna weer dapper door.
Halverwege kwam ik in een klein dorpje met een supermarkt. Precies op het moment dat de regen begon te vallen en ik — hoe charmant — op straat m’n blaren probeerde te prikken en verbinden. Niet m’n meest glamoureuze moment. Maar toen… verscheen daar een ware reddende engel. In de vorm van een jonge vrouw, gewapend met een pakje Compeed én twee raketjes. Onze communicatie ging in een soort mix van Frans, Engels en Nederlands (Frengelaans?), maar we begrepen elkaar precies. ❤️
Verder ging het weer. Tot ik bij een camping aankwam waar ik werd begroet door een chagrijnige dame die alleen “PASPOORT!” riep en verder nul oogcontact maakte. Ze sprak alleen Frans en geen sprankje vriendelijkheid. Ik voelde me daar niet welkom, dus ik besloot: ik loop nog een stukje door.
Bij de volgende camping aangekomen was ik er wel echt even klaar mee. Tent opzetten, installeren, ontbijtje bestellen voor morgen... en toen knalde ik ook nog met m’n voet tegen een haring. Au. Dat was de spreekwoordelijke druppel. Alles deed pijn, alles bloedde, alles zuchtte.
’s Avonds heb ik mezelf getrakteerd op een warme pasta via thuisbezorgd, want lopen? Geen optie meer. Terwijl de regen losbarstte en de donder eindelijk deed wat hij al de hele dag dreigde te doen, at ik onder mijn tentluifel alsof ik op een Michelin-terras zat.
En toen keek ik naar mijn voeten.
Rood, beurs, kapot. En ik wist: het is klaar. Ik herstelde niet meer. Mijn rug protesteerde. Mijn voeten hielden een kleine staking. En hoewel ik zó dichtbij was, besloot ik te stoppen. Een moeilijke keuze, maar absoluut de juiste.
Morgen pak ik de trein naar Breda. Daar staat mijn moeder me op te wachten (inclusief knuffel en waarschijnlijk iets lekkers). En dan… rust. Herstel. Maar ook: vooruitkijken. Want dit avontuur – deze 251,3 kilometer wandelplezier vol blaren, ijsjes, bochten, keuzes, ontmoetingen en natuur – was geen einde.
Het was een begin.
Ik heb mezelf beter leren kennen. Geleerd keuzes te maken. Genoten van het onderweg-zijn. Gevloekt, gezweet, gelachen, gedeeld. En ik weet nu zeker: deze manier van reizen past bij mij. Zelfs met bloed, zweet en tranen.
Bedankt België (en een stukje Nederland) voor dit prachtige avontuur. Dit was het begin van iets dat ik vaker wil doen.
Tot snel, met frisse voeten en nieuwe plannen. ✌️👣
Dag 23
Dag 23 – De terugreis: regen, rails en een warm welkom
De regen tikte zacht op de tentdoek toen ik wakker werd – lekker vroeg. Niet helemaal vrijwillig, maar ach, beter dan nat worden. Inpakken deed ik dus half liggend in mijn tent, als een soort menselijke origami, zodat m’n spullen zo droog mogelijk bleven.
Nog even douchen, schoon setje aan, tanden poetsen, tent afbreken... en tegen kwart over acht stond ik fris en fruitig (soort van) bij de receptie van de camping. Alleen… er was niemand. Om half 9 kwam er eindelijk iemand opdagen – vriendelijk, maar sprak alleen Frans en mocht niets met de kassa doen. Dus geen borg terug voor m’n elektrische stekker. Ik wachtte nog op de Vlaamse collega, maar om 9 uur moest ik écht vertrekken. Dus: bankrekening achtergelaten en duimen maar dat ze het ooit terugstorten. 🤞
Wandelen zat er vandaag niet meer in – m’n voeten waren het alwéér unaniem oneens – dus ik regel een taxi naar het station van Dinant. Even een moment van overgave. Soms is stoppen ook doorgaan.
Bij het station koop ik een kaartje naar Namen. Daar regel ik een internationaal ticket naar Breda. Onderweg, in die ruim 3,5 uur treinreizen, komt het besef: ik ben écht ver gekomen. Lopend. Met m’n eigen voeten. En als alles weer hersteld is… ga ik gewoon terug naar Dinant om mijn reis voort te zetten. Want dit verhaal is nog lang niet af.
Op station Namen nog snel wat broodjes en koffie gescoord (en een beetje chaotisch uitgezocht waar ik nou precies moest zijn). Met een mengelmoes van Nederlands, Engels en Frans vond ik m’n weg. Gelukkig zijn er onderweg altijd vriendelijke mensen die helpen als je eruitziet alsof je net van een vierdaagse pelgrimstocht komt (wat… best klopte).
Op Brussel-Noord moest ik overstappen, maar daar was net een protest aan de gang voor Gaza. Een heftige en belangrijke situatie – indrukwekkend om mee te maken. Het station stond vol. Even zoeken, maar uiteindelijk zat ik weer in de goede trein – richting huis.
In het laatste uurtje ontmoette ik nog een andere Nederlander, en samen dreigden we bijna de trein te missen omdat hij plots vanaf een ander perron vertrok (natuurlijk). Maar: missie geslaagd.
En toen… Breda.
Daar stond mijn moeder op me te wachten. ♥️ We reden samen naar huis, haalden onderweg koffie bij een tankstation, en praatten bij over alles – blaren, pasta, vuurvliegjes, verdwalen, raketijsjes en meer.
Het avontuur is even op pauze, maar nog lang niet voorbij. Dit was de terugreis. Maar ik weet zeker: het vervolg komt eraan. Mijn voeten hebben alleen even vakantie nodig.
Reactie plaatsen
Reacties
Hai, lieve, stoere, avonturier. Eindelijk hoor je iets van mij. Het hele verhaal met bewondering en sprakeloos gelezen. Wat een kanjer ben jij... heb met een brede grijns van oor tot oor jou relaas gelezen. Je kunt het zo goed vertellen, dat ik soms in lachen uitbarst. Fijn dat je weer thuis bent, en kunt herstellen. Want dat is nodig. Ik vind je dapper en heel pknap dat je dit gedaan hebt. Ik doe het jou niet na hoor...hahaha. Veel liefs en een knuffel van Gerry.